Historie Opeinde


Luchtfoto, Brug over het Opeinderkanaal, Grasdrogerij

Opeinde is naar alle waarschijnlijk ontstaan tussen het jaar 1000 en 1100. (Schaik, P. van, Spahr Van Der Hoek, J.J., 1976)

Eerste bewoning
De bewoning van onze streek begon rond 9000 v Chr en duurde tot ongeveer 1850 v Chr. Dit is onder meer gebleken door opgravingen uitgevoerd door Dokter Siebinga uit Opeinde. Uit zijn onderzoek kwamen veel sporen van bewoning naar boven zoals een grafheuvel bij de Eibertsgeasten. In een latere periode (jaar 1100 tot 1400) was er wederom migratie van mensen. De dorpen Nijega, Oudega en Opeinde liggen op een hoger gelegen (noordelijke) zandrug. De dorpen liggen in tegenstelling tot omliggende omgeving boven zee-niveau. Ten westen van Boornbergum en Oudega werd het land steeds natter, doordat het water van de Middelzee (een uitloper van de Waddenzee tot aan Leeuwarden en Sneek) steeds vaker het land overstroomde. Daardoor bewogen veel mensen zich oostwaarts. Dit valt ook af te leiden uit de jaartallen van ontstaan van de dorpen Oudega (eerste bewoning huidige periode , ca jaar 1000) Nijega (vermoedelijk al in de 13e eeuw een kerk), en Opeinde, wat Op 't Einde betekent, (eerste bewoning huidige periode , ca jaar 1100) aangezien deze streek vanuit westelijke richting tijdens het eind van de middeleeuwen, het eind van de route was. Oostelijk daarvan was slechts wildernis. (Kleiterp, Bakker, 2003)

Het dorp 'verhuist'
De oorspronkelijke dorpskern lag aanvankelijk veel oostelijker op de plek wat nu buurtschap Nijtap is. Dit is ook goed te zien op een kaart uit de Atlas van Eekhoff gemaakt in 1848.
Een ander interessant aspect dat hierop zichtbaar is, is de kerk (foto van rond 1870, fotograaf onbekend) (naast de 'O' van "Opeinde") die zich bevond op de nog altijd bestaande begraafplaats in de bocht bij Nijtap. Deze moet omstreeks 1910 zijn afgebroken. Deze kerk is ook een bewijs dat zich hier een centraal punt moet hebben bevonden. Verder is op de kaart te zien de Luitenantsloane, samen met de Burmaniasloot. Deze lopen vlak langs de nog altijd bestaande boerderij 'Vrijburg', hier ook duidelijk zichtbaar op de kaart.
Verder wordt duidelijk dat de Commissieweg en de weg Nijtap hier nog worden genoemd als 'Lykwei' of "Lijk weg". Deze naam werd gebruikt voor de weg vanuit Drachten tot aan Nijega (Nijegaster hoek). De naam "Lijk weg" heeft waarschijnlijk niet iets te maken met 'lijken'. Het friese 'lyk' staat namelijk eerder voor 'vlak' of 'gelijk aan'. Het moet daarom eerder geinterpreteerd worden als de weg die 'gelijk' of 'vlak' loopt door het landschap. Dit alles in vergelijking met de nabij gelegen 'Hegewei' of Hogeweg, welke oorspronkelijk een barriere moest vormen tussen het af en toe bedreigende water en het land.
Destijds viel Opeinde nog onder de Kadastrale Gemeente Rottevalle.

Opeinderkanaal, waarbij duidelijk zichtbaar de concentratie bewoning rondom het kanaal.
Het dorp is in de tijd verplaatst naar zijn huidige locatie. Dit moet met name hebben plaats gehad tijdens en na het graven van het Opeinderkanaal. Daarmee is rond 1882 begonnen. Het kanaal is oorspronkelijk gegraven als afwatering voor de omgeving  (omgeving Smalle Ee) en niet ten behoeve van de scheepvaart. Al tijdens het graven van het kanaal was er al een belangrijke verschuiving in de bedrijvigheid naar deze plek. Alles moest namelijk met de schep gebeuren en dat vergde nogal wat arbeid. Na het voltooien van het kanaal werd deze bedrijvigheid alleen maar groter. Men had namelijk al spoedig door dat het kanaal ook prima bevaren kon worden en daarbij lag het kruispunt met de huidige Commissieweg op een gunstige locatie. Opeinde kreeg een smid, kledingmakerij, wijnmaker, twee timmerbedrijven, slager, 3 kruideniers, cafeetjes, etc. Daarbij werden veel van die faciliteiten verplaatst van het huidige nijtap naar en rondom de Opeinderbrug; zo werd onder andere de eerder genoemde hervormde kerk verplaatst in 1908. (Kielstra, H., 2010)

De Leijen
De Leijen met een van de vele eilandjes of 'pollen'.
Opeinde is gelegen naast een zeer pitoreske en inmiddels ook recreatieve plas, genaamd De Leijen. Zoals in de sectie 'Historie' te lezen valt, gaat aan het ontstaan van de Leijen een hele geschiedenis vooraf van 'Vervening' en turfwinning. Een resultaat van deze afgraving was ook het ontstaan van allemaal eilandjes of 'Pollen'. Hierop stonden voor de afgraving nog boerderijen en huizen waar in eerste instantie dus omheen gegraven is. Op sommige van die Pollen zijn nog stukken van de funderingen terug te vinden.

De huidige badplaats bij de Leijen is er niet over een nacht ijs gekomen. Sinds eind jaren '20 wordt er al over gesproken. In 1964 lijkt het dan eindelijk te gaan lukken. Helaas valt dit uiteindelijk in de verkeerde richting, waarbij als resultaat een zwemvoorziening wordt gerealiseerd in Rottevalle en Smalle Ee. Opeinde houdt hier nog wel het fietspad aan over welke tot op de dag van vandaag nog tot de Leijen (en verder) reikt. Het zal tot 1999 duren voordat de zwemvoorziening in zijn huidige vorm (anno 2013) er komt. De strijd heeft dan 70 jaar geduurd.

Legauke
Ten Zuiden van de Hogeweg en ten westen van de tegenwoordige Opeinder kanaal ligt een gebied dat nu de Legauke genoemd wordt. Van oorsprong bedraagt het gebied 25 hectaren en 20 roeden (Kielstra en Kielstra, 2001). Bedenk dat het Opeinder kanaal pas sinds eind 19e eeuw (begonnen in 1882) aanwezig is. Dit verklaart dat op kaarten uit 1928 ook het gebied oostelijk van het Opeinder kanaal met Legauke werd aangeduid met namen als "Legauksterpoel". Dit gebied ligt nu midden in wat tegenwoordig Industrieterrein De Haven wordt genoemd. Ook wordt een gedeelte ten oosten van het kanaal op de kaart van 1928 aangeduid als De Hornen, een tegenwoordige landweg ten westen van het kanaal. De veranderingen hierin vallen duidelijk te zien wanneer men de kaart van 1928 vergelijkt met tegenwoordig. Zo is ook het Opeinder kanaal in de tijd verlegt nabij dit Industrieterrein De Haven. Een restant van dit oude traject is in het rood aangegeven op de volgende foto.

Verder wordt duidelijk dat de wegen door het gebied zijn veranderd. Zo lopen er aanvankelijk (rond 1900) nog geen doorlopende weg door het gebied van oost naar west, waar tegenwoordig de Egbertsgaasten is.  Er is slechts een ontsluiting naar de Stienkampen. (De Stienkampen  en de Finnen/ Goudtsjepoel bestaan dan al wel. Door de Ruilverkaveling Garijp-Wartena (1960-1975) wordt ook de route Skiepekampen, Egbertsgaasten, De Hoarnen aangelegd en verbonden met de Finnen dmv de oude ontsluiting Egbertsgaasten (Noord-Zuid) en de weg it Heech. De huidige weg 'De Hoarnen' volgt mbt het zuidelijke deel de route van wat vroeger het kanaaltje de 'De Opeinder Opvaart' genoemd werd.

De Legauke wordt in 1862 al genoemd in een akte waar gesproken wordt over een complex van landerijen, gemeene weide of meenschar (als zijstap, hiervan komt ook de naam "Miensker" in Oudega). Het wordt in die tijd "Grootte Legauke" genoemd. De naam lijkt te maken te hebben met het feit dat het land 'laag' ligt, aangezien het ook wel aangeduid als "it leechlan". Vrij in het fries vertaald kan men ook zeggen, "Leech gea". Het is waarschijnlijk dat dit is verbasterd tot Legauke (Kielstra en Kielstra, 2001).

Het gebied rond de Legauke kenmerkt waar ook het wapen van Smallingerland voor staat. Door de vele open weiden, de elzenwallen en kleine dichte bossen verspreid in het gebied is het een ideale habitat voor herten die hier met enig geduld vaak kunnen worden 'gespot'.

Zandwinning
Een ander kenmerk voor deze streek is het vaak abrubte hoogteverschil in het landschap. Van perceel op perceel kan de hoogte soms een meter tot wel twee meter verschillen. Dit komt niet door turfwinning zoals men bij bijvoorbeeld Drachtster Compagnie ziet, maar is het resultaat van zandwinning. Het gebied in en rond Opeinde is allemaal zandgrond. Dit zand is zeer geschikt om te gebruiken bij bouw van huizen etc. Dit werd vanaf de 19e eeuw op veel plekken rond Opeinde afgegraven en vervoerd. Toen het Opeinder Kanaal werd aangelegd, kwam dit proces in een versnelling doordat het afvoeren per schip meer transport mogelijk maakte, zo ook in De Legauke (Kielstra en Kielstra, 2001).

Hegewei 3. Dit huis lijkt op een terp te staan.
Een plek waar het resultaat van deze afgravingen nog het meest zichtbaar is, is nabij de huidige IJsbaan van Opeinde. Uit het boek van Kielstra (2001) valt op te maken dat in de jaren 20 een weiland is 'ontzand' en geegaliseerd. Het was daarbij ideaal om een ijsbaan aan te leggen. Oostelijk daarvan bevindt zich een huis (Hegewei 3) dat op een terpje lijkt te staan. Een andere locatie rond Opeinde waar dit ook zichtbaar is, is bij Nijtap. De percelen aan de weg liggen aanzienlijk hoger dan de omringende weilanden.

De Kletten
De Kletten is een vroegere streek tussen Opeinde en Drachten. Tegenwoordig is het een deel van de Hogeweg vanaf de dubbele bocht (thv Opeinde) tot aan de Bolder (bij Drachten). Het was vroeger een knooppunt doordat zich hier een opslagplaats voor turf bevond. De aangevoerde turf kwam via de Burmaniasloot en werd verder vervoerd per paard en wagen in alle richtingen. Door deze handel ontstond hier een klein gehucht met een herberg, korenmolen, woningen en boerderijen, wat zijn hoogtepunt had rond 1900 (Kielstra en Kielstra, 2001). Een van de weinige oorspronkelijke restanten van deze periode is de Kletsterpleats (aan de Noordkant van straat).

Het 'Foppe Hofleantsje' bij de Kletten (binnenkort de Peinder Mieden).
Door het gebied lijkt ook nog een pad ('reed') te lopen. Indien men de tegenwoordige Hogeweg volgt van Opeinde naar Drachten, dan is direct na de dubbele bocht (slinger) een pad naar rechts te zien. (zie foto) Deze loopt door tot de rivier/ kanaaltje "Burmaniasloot". Dit pad staat bekend als het Foppe Hofleantsje en is een restant van een route/ zandweg vanaf De Leijen (door de Kommisjewei en de Kletten) naar het Buitenstverlaat. De route was voornamelijk voor de familie Sietsema die in 1860 landerijen heeft gehad tussen de Leijen en Buitenstverlaat (Kielstra en Kielstra, 2001). De route moet iets voor die tijd al zijn aangelegd. Op de kaart van 1928 (historische Atlas van Friesland) valt het ook pad te herkennen. Ook is hier te zien dat in het verlengde (naar het Noorden) nog een pad loopt vanaf de Kommisjewei naar de Leidyk (zie insert van deze kaart). Deze route is niet te verwarren met de huidige Leidyksreed, welke een perceel westelijker ligt. Een restant van dit stuk bij Nijtap is het pad naar Kommisjewei 16 (naast Kommisjewei 18) en het pad naast Autobedrijf Alle v/d Wal.

De naam de Kletten komt waarschijnlijk van het turf dat hier werd opgeslagen en verhandeld. Turf is simpelweg 'gedroogde kluiten' of 'klitten laagveen'. De Kletten zal (via verbastering) hierop terug te voeren zijn (Kielstra en Kielstra, 2001).

Middelbuorren
Zoals in het gedeelte over De Kletten al te lezen was, bestonden er vroeger verschillende paden tussen de Kommisjewei en de Hegewei. Deze waren nodig zodat de boeren hun land konden bereiken. Ook werd al duidelijk dat in de loop der tijd (door ruilverkaveling etc) deze paden veelal verdwenen zijn. Slechts op een plek in Opeinde is er nog een dergelijke weg overgebleven: De Middelbuorren. Met 'de verhuizing' van Opeinde richting het Opeinder kanaal kwam de weg ook meer in trek voor bewoning. Rond 1900 zijn (net ten zuiden van het midden) tussen de Kommisjewei en Hegewei hier 3 blokken met twee-onder-een-kap arbeiderswoningen gebouwd. (ook te zien op de kaart uit 1928). De huizen waren eenvoudig en bestemd voor arme gezinnen. Ze zijn afgebroken in 1965 (Kielstra en Kielstra, 2001). Rond deze tijd vond ook de eerste grote uitbreiding plaats, waarbij het gebied tussen Kanaalsloane en Middelbuorren is volgebouwd. Slechts bij het 'Hegedykje' is nog te zien hoe het vroeger was, aangezien zich hier nog een restant bevindt van de hogergelegen arme zandgronden.

Nijtap
Ook in de twintigste eeuw nog altijd iets van z'n dorpse karakter weten te behouden. In 1930 vestigde zich een Veearts op Nijtap; Dhr Dijk. Vanaf 1945 tot en met 1980 kwam daar een andere veearts (of beter een veeartsen echtpaar); de familie Scholma. Deze familie is altijd erg bij het bedrijf betrokken geweest. (bij O.N.T., Dorpsbelang). Achter het huis van de familie Scholma staat het oudste huis van Smallingerland. Dit huis is nog (van 1925) tot 1956 bewoond geweest door de familie Pieter Simens Nicolai.

De naam van deze streek 'Nijtap' voert waarschijnlijk terug naar de herberg of kroeg die vroeger moet zijn gevestigd op het kruispunt bij de weg naar Rottevalle. Het element 'Nij' relateert aan 'nieuw'; het element 'tap' relateert aan 'tapperij' of 'kroeg'. (Gildemacher, 2007) De reden dat hier gerefereerd wordt naar een 'nieuwe tap' heeft waarschijnlijk te maken met dat de herberg op de Kletten zijn functie verloor en rond die tijd een nieuwe gelegenheid zich vestigde op de kruising richting Rottevalle (Kielstra en Kielstra, 2001). Op de locatie (tegenwoordig) Nijtap 45-47 heeft zich dus al eeuwenlang Horeca gevestigd. Het begon met een herberg, maar tot op de dag van vandaag zijn hier nog altijd Restaurants gevestigd geweest, al ligt dit verloop anno 2013 wel wat hoog. Zo zat hier tot de jaren 90 Restaurant De Serre, er heeft zich een aantal jaren een Thais restaurant gevestigd, oud hollands 'De Gulle Griet' , vervolgens weer een 'De Serre' en anno 2013 is onlangs 'De Kakelhof' geopend op dit adres. Men hope van harte dat deze stand houdt.

Net als ieder dorp is ook de streek Nijtap continu aan verandering onderhevig. Zo is rond april/ mei 1996 een markante boerderij met kastanjebomen afgebrand op Nijtap 39. Hier is inmiddels een moderne villa voor in de plaats gekomen. Tussen 1998 en 2004 is daar de aanleg van de rotonde en fietstunnel waar voorheen een kruispunt (Nijtap/ Noorderhogeweg) was met stoplichten. Sinds een aantal jaren zijn tegenover eerder genoemde villa al twee kassen opgericht van Caparis en Intratuin. Maar deze verandering valt in het niet met de aanleg van Industrieterrein Nijtap. Hierbij wordt de Rydwei doorgetrokken tot aan de Hogeweg en worden verschillende bedrijfspanden gebouwd aan de Noorderhogeweg. Met de aanleg verschuift ook de dorpsgrens Drachten/ Opeinde richting Opeinde, zodat het bedrijventerrein binnen het dorpsgebied van Drachten komt te liggen.

It Swartfean
In vroegere tijden waren er in het gebied tussen Opeinde en de Folgeren (ten Noorden van de Kommisjewei) vele weilanden die 's winters vaak blank stonden. Dit was natuurlijk niet prettig voor de boeren aldaar. Tot op een gegeven moment daar de waterschappen kwamen die zich bemoeiden met het onderhoud van (water)wegen. Zij zorgden er ook voor dat er ooit een 14 tal wijken werden aangelegd in dit gebied. In tegenstelling tot het vervoer van turf was het doel van deze wijken slechts het verzorgen van afwatering. Voor de verbetering van bereikbaarheid werd door het waterschap It Swartfean in 1928 de Swartfeansterreed aangelegd (Kielstra en Kielstra, 2001). Deze liep van het punt waar Nijtap overgaat in de Kommisjewei tot aan de Rydwei richting Rottevalle. De route is ook nu (anno 2013) nog altijd aanwezig, met uitzondering van dat deze nu doorsneden wordt door de N31 Waldwei, waardoor een directe verbinding niet mogelijk is.

Ooit liep er nog een pad vanaf de kruising Swartfean met de huidige Leidyk, richting de Opeinder Kanaal. Bij het Opeinder Kanaal kon men oversteken om de weg via de Tikewei te vervolgen. Dit valt ook te zien op de kaart uit 1928. De route volgde min of meer het trace van de huidige Leidyk en Tikewei. Na de Tweede Wereldoorlog is dit pad in verval geraakt. Er zijn nog wel jarenlang sporen zichtbaar gebleven, daar waar sloten moesten worden over gestoken met planken/ bielzen (Kielstra en Kielstra, 2001). Met de aanleg van de Waldwei, rond 1970, is ook dit verdwenen.

Kanaalsloane
De Kanaalsloane is de eerste weg in Opeinde die werd verhard. Dit gebeurde in 1925. Daarvoor was het pad in handen van een particulier (Hendrik) die de gebruikers recht van overpad moest verlenen. De weg was altijd slecht begaanbaar, mede doordat in het midden (nu thv de fietsbrug) een laag stuk weiland bevond wat winters nog wel eens onder liep. Toen aanliggende percelen werden verkocht voor bewoning werd het pad nog drukker bezocht wat de begaanbaarheid nog verder verergerde. De eigenaar weigerde echter voldoende onderhoud aan 'zijn' pad te plegen, totdat deze in 1925 werd overgenomen door de gemeente (Kielstra en Kielstra, 2001).

Straat verlichting
Men kan het in deze tijd bijna niet meer voorstellen, maar er is een tijd geweest dat straatverlichting in het geheel niet aanwezig was, laat staan electriciteit in de woningen. Dit maakte dat men zich in leefgewoonten moest aanpassen. In Opeinde zou het (na veel strijd) tot 1908 duren voordat de eerste straatlantaarn werd geplaatst bij het gemeentelijk hulpkantoor. Dit was in eerste instantie op petroleum. Als in 1921 het electrisch net wordt aangelegd, wordt ook de straatverlichting electrisch. Rond 1915 komt er een lantaarn bij de Tsjerkereed en na 1928 komt er ook een lantaarn bij de pas aangelegde Swartfeantsterreed.  In 1929 komen er lantaarns bij de bruggen van de Hegewei en Kommisjewei. Men vindt dat "er veel licht is in het dorp." (Kielstra en Kielstra, 2001)

Verharden van wegen
Naast de straatverlichting is ook altijd het verharden van wegen en paden een 'heet hangijzer' geweest. Tot aan 1924 was er in Opeinde geen verharde weg te vinden. Men verbeterde onverharde paden dmv grind en puin. De Kommisjewei werd rond die tijd ook vaak 'Grindweg' genoemd. Zoals gezegd, werd ook puin gebruikt; zo werd bijvoorbeeld de Kanaalsloane verstevigd met puin afkomstig van de sloop van de kerk op Nijtap in 1908. Het zou echter tot 1924/ 1925 duren voordat de Hegewei, Tsjerkereed en Kanaalsloane werden bestraat met klinkers. Een project wat daarna hoog op 'de verlanglijst' komt is de Grindweg. Deze was bij tijd en wijlen in zodanig slechte staat dat er alleen maar drek en plassen water te zien zijn. Ziekenauto's ontwijken de route, men vindt harder rijden dan 10 km/u al levensgevaarlijk en zelfs de begrafenisvereniging laat van zich horen wanneer de plechtigheden verstoord raken door het horten en stoten over de verwaarloosde weg. Het zou tot maar liefst 1949 duren voordat de weg geasfalteerd zou worden. Tegelijkertijd werd ook de tramrails uit de weg gehaald (Kielstra en Kielstra, 2001).

Uitbreiding
Men was in de 20e eeuw van mening dat een dorp pas meetelt als deze meer dan 2000 inwoners heeft. Op grond daarvan werd er begin jaren 70 begonnen met een nieuw uitbreidingsplan 'de Dr Siebengasingel (Kielstra en Kielstra, 2001). Dit zou niet gehaald worden. Begin 2000 waren dit net iets meer dan 1800 en tegenwoordig (anno 2013) ligt dit aantal op 1750 inwoners.

In mei 1997 wordt begonnen aan een volgende uitbreiding, waarbij de 1e fase voor 'Wonen aan het Water' bouwrijp werd gemaakt.

Snelheid
Was men vroeger niet door het dorp heen te krijgen, vanwege een slechte weg met gaten. Na het asfalteren gaat het de inwoners allemaal veel te snel door het dorp. Het is een racebaan. Er komt in de jaren 70 een maximum van 50 km/u. Toch houdt de autorijder zich hier maar moeilijk aan. Wat we vervolgens zien is dat men (in tegenstelling to het begin van de eeuw) het verkeer wil ontmoedigen. Eerst komen daar de 'barche regjes', waar menig chauffeur zijn banden op kapot rijd, wat weer zaken voor garage-bedrijf Hogendijk betekende. Uiteindelijk wordt eind jaren 90 drastischere maatregelen getroffen, door een 'dorpsstraat' te creeeren vanaf de Hervormde kerk tot aan de kruising Reinder de Vriessingel (Kielstra en Kielstra, 2001). De asfaltweg wordt smaller, er komt groen en er komen op bepaalde stroken klinkers in de weg.

Vislust
Het huidige pand van 'Vislust', waar momenteel De Wok gevestigd is, dateert van na 1910. Daarvoor stond op deze locatie een monumentaal pand van twee verdiepingen, een herberg, vergelijkbaar met de herbergen in Rottevalle en Nijega. Het gebouw werd ook als rechtshuis gebruikt. In 1910 woedde er echter een brand, waarbij dit pand verloren is gegaan. Het is daarna in een andere stijl herbouwd (Kielstra en Kielstra, 2001).

Industrie
Opeinde heeft net als vele andere dorpen een Melkfabriek gekend, genaamd De Eendracht. Opgericht in 1892 was de 'Cooperatieve Zuivelfabriek' zeker niet de eerste in de omgeving. Doordat het gebouwd werd aan het kanaal was het relatief makkelijk om grondstoffen en materialen aan te voeren. Toch werd al in 1912 het failissement aangevraagd, volgens de literatuur door "een gebrek aan leiding en kennis van de directeur."  Men besluit echter al direct dat er een nieuwe cooperatie moet komen. Er wordt een nieuw bestuur gekozen en "De Eendracht" gaat verder. Doordat de zuivelfabriek altijd goed prijzen betaalde voor de melk, wisten de meeste boeren de fabriek wel te vinden. Daarnaast was er een, voor die tijd, goed personeelsplan mbt doorbetaling bij ziekte. In 1966 fuseert (lees wordt overgenomen) de kleine cooperatieve zuivelfabriek "De Hoop" uit Oudega met "De Eendracht". Doordat in 1977 de directeur vertrok naar de fabriek van Gerkesklooster, kwam "De Eendracht" voor een keuze te staan. Men was zeer gediend van betreffende directeur en men besluit dat "De Eendracht" gaat fuseren met die van Gerkeskloosten ("De Twee Provincien"). Dit betekende ook dat men moest breken met de Frico. Uiteindelijk bleek de eerdere beslissing het 'begin van het einde' te zijn voor de Zuivelfabriek. In 1986 zou zij voorgoed haar deuren sluiten. Men kreeg wel de mogelijkheid aangeboden in Gerkesklooster te werken, maar een stuk werkgelegenheid zou uit Opeinde verdwijnen (Kielstra en Kielstra, 2001).

Letterlijk en figuurlijk naast de zuivelfabriek heeft ook Opeinde ook nog een Timmerfabriek gekend, aan de Iendrachtsingel, net een stuk richting de brug, vlak achter Kommisjewei 106. Opgericht in 1918 door Klaas Duursma. Doordat er concurrentie komt in Nijega en Drachten heeft de fabriek slechts stand kunnen houden tot 1937. Het pand zou in de jaren erna nog dienst doen als opslag van aardappelen, graan, gereedschap en werktuigen.

De Grasdrogerij gelegen naast het kanaal.
Een stuk industie wat heden ten dage (anno 2013) nog altijd voortleeft is de Grasdrogerij. Op gericht in 1940 als een initiatief van de Zuivelfabriek zou het door het vele handwerk (in de beginjaren) zorgen voor nog meer werkgelegenheid. Het initiatief van de Zuivelfabriek kwam voort uit de Tweede Wereldoorlog. In de tweede helft van de jaren 30, wanneer op meer en meer plaatsen oorlog gevoerd wordt, ontstaat een tekort aan krachtvoer voor het melkvee. Dit gebeurde ook in onze regio. Hierdoor verminderde de aanvoer van melk en dit had natuurlijk direct gevolgen voor de Zuivelfabriek. Wederom bleek de locatie aan het Opeinderkanaal het meest gunstig te zijn voor de bouw van de Drogerij. De grasdrogerij heeft zich in de jaren goed ontwikkeld, waardoor in de jaren 80 sprake is van een vergroting van (droog) capaciteit (Kielstra en Kielstra, 2001). In deze tijd bedreigen Europese regels het voortbestaan van de Grasdrogerij, maar tot op de dag van vandaag waait de rook (lees voornamelijk waterdamp) nog over Opeinde.

Nederlands Hervormde Kerk
De N. H. Kerk van Opeinde staat op een op het eerste gezicht vreemde locatie, in een landelijke omgeving net buiten het dorp. Dit heeft te maken met de eerder vermelde verhuizing' van het dorp van de kern Nijtap naar het kruispunt kanaal/ Kommisjewei, waarbij ook de kerk verhuisde. Zowel de bewoners van de streek Nijtap als de 'nieuwe' bewoners van het dorp moesten makkelijk toegang hebben tot de kerk. Rond die tijd gebeurde nog veel transport te voet, dan wel met paard en wagen. Het was dus logisch de kerk tussen beide 'kernen' te bouwen (Kielstra en Kielstra, 2001).

Gereformeerde Kerk
De huidige Gereformeerde kerk is gebouwd op de grens tussen Nijega en Opeinde en dateert van 1978. In vroegere dagen waren de gereformeerden uit Opeinde genoodzaakt een uur te lopen naar Oudega, wilde zij een dienst bijwonen. In een tijd dat sneller vervoer nauwelijks mogelijk was, begon dit al gauw tot weerstand te leiden, met als gevolg dat er werd gezocht naar een alternatief. In 1889 werd door de locale gereformeerde gemeenschap een arbeiderswoning aangekocht voor f 1200,- , zodat de plaatselijke gemeenschap hier activiteiten kon uitvoeren (Kielstra en Kielstra, 2001).

Einde Turfwinning
Uit het boek van Harm en Foppe Kielstra valt op te maken dat in 1936 voor het laatst turf werd ontgonnen in de omgeving van Opeinde.

Verdwenen punten op de kaart
Op de kaart van Schotanus (1687) valt een weg te zien tussen de Hegewei, nabij de 'zig zag' bocht, en de (destijds zogenaamde) Lykwei, thv de Hervormde kerk. Deze weg is niet te zien op de hieraan voorafgaande kaart van Boelens (1664). Vervolgens moet deze weg tussen 1791 (Kaart van Von Reilly) en 1848 weer zijn verdwenen, aangezien de weg op de laatste kaart niet meer verschijnt (Tulp, Kist, 2010).

Een ander markant detail op de kaart van Schotanus (1687) is dat daarop een oud kerkhof staat aangegeven, net ten oosten van het tegenwoordige Opeinderkanaal, en net ten noorden van de Hegewei. Het kerkhof is niet aangegeven op eerdere kaarten en verdwijnt ook weer na de recentere uitgave van Schotanus in 1718 (Tulp, Kist, 2010).

Bijzonder
Het dorp is in het bezit van het oudste huis (1668) van Smallingerland. Dit huis is te vinden op Nijtap 3, alleen is het niet vanaf de huidige weg te bezichtigen, maar ligt het behoorlijk achterin op het terrein van Nijtap 1. Dit geeft aan dat de route van de hoofdweg vroeger waarschijnlijk ook anders heeft gelopen. De zeer oude nabijgelegen Lindeboom is waarschijnlijk ook in 1668 geplant en is daarmee ook een van de oudsten van deze gemeente. De boom heeft inmiddels een omtrek van bijna zes meter. (Dijkstra, J. et al., 2000)

Het dorp is inmiddels sterk afhankelijk van het naburige Drachten (op slechts vijf km afstand), maar beschikt nog altijd over redelijk wat voorzieningen, zoals een dorpshuis, een filiaal van de gemeentebibliotheek, een peuterspeelzaal, huisartspraktijk, dierenartspraktijk, een christelijke en een openbare basisschool, een gereformeerde en een hervormde kerk, een sportpark, gymnastieklokaal en diverse middenstand (o.a. bakker, slager, kapsalon, restaurant, snackbar, bloemenzaak).

Daarnaast is bijzonder dat tegenwoordig Opeinde het enige dorp is van de veertien dorpen in Smallingerland met een doorgaande vaarverbinding.

De schrijver is een aantal jaren woonachtig geweest in Opeinde. Deze periode besloeg ook voor een deel de basisschool begin jaren negentig. Daarbij werd samen met de hoofdmeester ook regelmatig gesport op de velden van om en nabij de voetbalvelden van O.N.T. Eén van de gevatte opmerkingen die dan door hem tijdens softbal werd gemaakt was: "Houw de bal by bakker Houkema yn'e krintebôle ! (Bakker Houkema was destijds gevestigd aan de Kanaelsloane.)