Historie De Tike


Waldhuske aan de Polderdyk, Tikewei, De Singel

Overige informatie: De omgeving van het dorp werd al voor onze jaartelling bewoond. De naam Tieke is vermoedelijk afgeleid van het woord Theeka. In een acte uit het jaar 1543 wordt melding gemaakt van "een stuck leggende opt Theeka."Rond 1700 stonden in de omgeving enkele boerderijen en meerdere plaggenhutten verspreid in het landschap. Bestuurlijk viel het dorp onder het nabijgelegen Nijega en bleef daarvan tot en met 1952 een buurtschap. Op 23 oktober 1952 werd officieel de status van "dorp" verkregen en is op advies van de Fryske Akademy de naam gewijzigd in De Tike. (Wikipedia, 2007)

De geschiedenis van het dorp hangt ook erg samen met (het ontstaan van) het nabij gelegen meer 'de Leijen'. Nadat aanvankelijk in het begin van de 17e eeuw al het hoogveen in de buurt was afgegraven, werd later ook het laagveen (veen dat onder de waterspiegel ligt) ontgonnen. Het woord 'leijen' werd na alle waarschijnlijkheid bedoeld in de zin van grond die na vergraving nog niet in cultuur was gebracht. Dit werd later 'De Leijen' genoemd. Dit geeft ook aan dat er aanvankelijk weinig met de grond werd gedaan. Het was destijds nog niet gebruikelijk dat het veen tot op het zand (wat nog dieper in de grond zat) werd afgegraven. Over het ontstaan van de Leijen kan geen exact uitsluitsel worden gegeven, maar er is een kaart uit 1718 waarop de rivier 'De Lits' nog in z'n volle lengte tussen het Bergumer Meer en Rottevalle stroomt. In 1766 is dan wel sprake van een behoorlijke plas, waardoor kan worden geconcludeerd dat 'De Leijen tussen 1750 en 1800 moet zijn ontstaan (Dijkstra, J. et al., 2000)

Op het kaartje uit 1928 valt te zien dat de plaatsnaam iets anders werd geschreven dan tegenwoordig (Tieke). Verder is interessant dat de kern zoals die tegenwoordig aanwezig is, in 1928 nog niet gevormd was en dat het groepje huizen wat destijds De Tieke werd genoemd meer naar het noord westen lag ten opzichte van de huidige locatie. Aan de linkerkant van het kaartje ziet men nog net dat de stoom tram aftakt richting de westkant van Sumar en Burgum. Dit spoor volgde min of meer de route van huidige Bosweg om Sumarreheide. Van de Van Harinxmaweg is dan nog geen spoor te bekennen. Op de kaart valt ook de Tikervaart te herkennen. Een aantal elementen van de vaart zijn ook nu nog in het landschap te herkennen. Zie ook foto's hieronder. Het water wat anno 2014 naast de Waldwei ligt wordt tegenwoordig Tikevaart genoemd, maar dit is in werkelijk niet onderdeel van originele traject. Wanneer de kaart van 1928 wordt vergeleken met Google Maps (2014) dan constateert men dat het gedeelte het traject thv Peinderwei/ Suderleijen tot en met het punt thv het tegenwoordige tankstation ongeveer 25 meter in noordelijke richting is verlegt. Pas waar thv het tankstation een brede sloot in noordelijke richting loopt (richting Leijen), daar liep ook in 1928 de Tikevaart richting de Leijen.  Wat verder opvalt op de kaart is dat de Harmsreed rond die tijd nog een doorgaande verbinding was. Door ruilverkaveling in jaren 1960 is dit veranderd naar de huidige situatie. Ditzelfde geldt ook voor de Leijensreed. Deze liep in voorgaande jaren ook door van de Master de Jongwei tot de Doktersheide. Tot slot, valt af te lezen dat ook toen het Tiksterboskje al net ten Oosten van de huidige forellen vijver moet hebben gelegen.

Naast de Tike ligt een opvallend stuk landschap. Was hier vroeger vooral Heide, inmiddels is naast de deur een meer ontstaan. Dit meer is niet natuurlijk.Ontstaan door veenafgraving, wat begon 1754, gravend vanaf de Lits. Ook tegenwoordig is nog altijd zichtbaar dat de Leijen 'aangelegd' is. In de Leijen liggen allemaal eilandjes, welke de resten zijn van vroegere woningen en boerderijtjes. Naarmate de veenafgraving vorderde werden de mensen in dit gebied gedwongen te verhuizen. Dit ziet men nu nog doordat aan de rand van de Leijen veel woningen gesitueerd zijn. Dit was wel een proces, met een soort 'veenkoorts'. Huurboeren werden gedwongen hun landbouwgrond af te graven. Vaak werd er eerst om de woningen heen gegraven, met als gevolg een eiland. Maar uiteindelijk werd ook de 'plaats' gesloopt om het laatste stuk veen te bemachtigen. (De Bruin, 1999)

Met het vervenen van de Leijen ontwikkelde zich in die tijd ook Eastermar. Er werden koopmanshuizen gebouwd, winkels, ambachtslieden kwamen erheen. Het dorp ontwikkelde zich van boerestreek tot dorp met aanzien.

De Tike daarentegen was een plaats waar de arbeiders verbleven. Hier was het leven zwaar. Zowel de man als de vrouw werkte in het turf. Na een dag hard werken kwam men dan 's avonds thuis. Men woonde in een kleine woning van nog geen 4 m2, vaak met kinderen en ook nog een paar dieren. In het midden was dan een vuurplaats. In latere jaren kwam dan vaak wel een scheiding tussen de woning en de stal, maar het laat onverlet dat het behelpen was in de donkere, vochtige woningen.

Dat de Tike in een Heide landschap lag werd ook nog eens bevestigd door het 'Handboekje voor Reizigers door Friesland' van Eekhoff in 1840. Wanneer men Suameer net uit reed, dan "worden de bouwvelden afgewisseld  door eene uitgestrekte heide of barre, oneffene zandgrond." Hij geeft ook aan dat een paar jaar eerder de Kommisjewei is aangelegd door Nijega en Opeinde (destijds nog de locatie Nijtap) richting Drachten.

Begin 19e eeuw was alle veenontginning nagenoeg klaar en bleven de arbeiders zonder werk achter. Deze vestigden zich op de verwoeste gronden die achterbleven. Anders dan de veenkolonien in Drente en Groningen was er in Friesland geen plicht om de achtergebleven afgegraven grond in cultuur te brengen. Dit ontwikkelde zich tot arme grond met heide (Slabbers et al, 2009).

Het landschap van De Tike valt onder de Noardlike Fryske Walden (NFW). Binnen de NFW wordt De Tike gekenmerkt door twee verschillende landschapstypen. In het buitengebied betreft dit het 'Singellandschap', direct rondom het dorp is dit landschap van de 'Jonge Heide-ontiginning' (Slabbers et al, 2009).

De oudste boerderij van de Tike staat aan de Leijensreed. Hier staat een boerderij die gebouwd is in 1813. De woning is bewaard gebleven door particuliere renovatie. De woning is geen monument. Vroeger stonden aan de Leijensreed en Singel meer oude woningen, waaronder ook veel heidehuskes. (De Bruin, 1999) Helaas hebben de meesten de tand des tijds niet doorstaan. Toch zijn hiervan nog een paar overgebleven, waaronder de mooisten net buiten het dorp, aan de Polderdyk en Jelle Sjoerdsloane.

De voornaamste straat in het dorp, werd in de jaren 1920 nog aangeduid als Gemeenteweg Smallingerland. Dit werd later veranderd in 'Haedwei'. Tegenwoordig heet deze weg Master de Jongwei', vernoemd na de bekende hoofdmeester van de christelijke basisschool. Dan is er de Susterwei. Deze straat is vernoemd naar de 'zusters' die hier in vroegere jaren hun vaste route moeten hebben gehad. De route zou gelopen hebben van het klooster van Siegerswoude (onder Garijp) tot aan het Klooster dat gestaan heeft net ten zuiden van de huidige Leyen. Dat het vroeger anders met de straatnamen was gesteld, blijkt ook uit de naam van de Master Iniawei. Deze heette in de jaren 1920 Waterschapsweg. Het zou nog tot de jaren 1950 duren, voordat er straatnaamborden kwamen.

De Tike had vroeger veel meer faciliteiten dan tegenwoordig. Dit had simpelweg te maken met het het feit dat vervoer voor 1900 veel moeilijker voor handen was en daardoorafstanden 'groter' waren. Zo was er aan het einde van Master de Jongwei een kroeg, cafe van Taeke de Vries. Nu moet daarbij gezegd worden dat er in die tijd ook veel 'stille' kroegen waren. Dit betekende dat men bij particulieren aan huis kwam om daar vervolgens eea te nuttigen. Daarnaast is er van 1923 tot 1968 een bakker geweest. Verder was er een schoenmaker op de Susterwei. Daarnaast is er nooit een echte kerk geweest, maar zijn er vroeger wel kerkdiensten gehouden in het dorp (later meer). Maar daar houdt het niet op. In de crisistijd (jaren 1930) was er in de Tike ontzettend veel middenstand. Mensen in de Tike wisten vanuit het verleden zeer goed hoe ze om moesten gaan met armoede en werkloosheid: men ging in de handel, of werd zelfstandige. Er waren in die tijd naast eerder genoemden, 6 kruidenierswinkels, 2 bakkers, een transportbedrijf, een fietsenzaak, 2 aannemers, en nog meer handel in kleine zaken. (De Bruin, 1999) Deze zelfredzaamheid was ook een groot voordeel tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de Tike was geen/ weinig honger. Asl resultaat was er daarentegen ook geen optocht in De Tike bij de bevrijding en ook geen/ weinig Marshal Hulp. Dit laatste had ook te maken met het feit dat het dorp na de oorlog nog altijd niet de dorp-status had. De Tike viel onder Nijega en Opeinde. Dit zou pas in 1953 veranderen.

De Tike heeft nog altijd een basisschool, wat een bijzondere faciliteit is voor een klein dorp. De eerste steen voor deze school werd gelegd op 29 oktober 1929 en de opening was op 8 februari 1930. De school zou in 1971 worden verbouwd, met nieuwe ramen, wc's, lokalen, cv, etc. De school vervult een centrale rol binnen het dorp. Helaas is al meerdere keren sprake geweest van een dreigende sluiting, maar tot nu (anno 2014) toe is de school nog altijd aanwezig. (De Bruin, 1999)

Veel huizen in het dorp zijn inmiddels gebouwd en ook weer afgebroken. Interessant detail is dat veel van het puin wat hierbij afkomstig is, is gebruikt als versteviging onder het wegdek van wegen en paden of werden gebruikt als 'reed'-verharding.

Tot halverwege de 19e eeuw was het rondom De Tike allemaal Heide, van Nijega tot Harsteweg. Tot 1930 was er nog een dergelijk stuk heide te vinden bij de Jelke Sjoerdslaan.(De Bruin, 1999)

Naast de Tyksterfeart heeft de Tike ook nog een andere belangrijke vaart gehad vanaf de westkant. Deze vaart is er grotendeels nog steeds en heet tegenwoordig Polderdyksfeart, maar stond vroeger bekend als de Sustervaart. Vroeger (~1928) kon men vanaf het begin van deze vaart (ongeveer ter hoogte waar in 1928 de stoomtram de Polderdyk kruiste) doorvaren naar Eernewoude en daar het open water op. Men vaarde dan door de streken Iniaheide en Sigerswoude. Met de aanleg van de Waldwei is dit niet meer mogelijk en zijn beide laatstgenoemde gehuchten (nagenoeg) verdwenen.

De Tike kent naast de 'historische' woningen, enige nieuwbouw. Zo werd in 1955 een blok 2 onder 1 gebouwd aan de Peinderwei. Hiernaast werd in 1957 nog een 4 onder 1 gebouwd. Toen is er voor een periode geen noemenswaardige nieuwbouw geweest. Tot aan de jaren 1970 aan it Leech en Peinderwei enkele vrijstaande woningen zijn gebouwd, met later nog een vervolg in de jaren 1990. (De Bruin, 1999)

Tot aan de jaren 1970 hadden de gebieden 's winters regelmatig te maken met ondergelopen landerijen. Vervolgens werd in die tijd een dijk rond de Leijen gelegd. Dit betekende droge voeten in de winter, maar ook dat de Tikevaart niet meer direct aangesloten is op de Leijen.

Wat tegenwoordig de Tikewei heet richting Eastermar werd vroeger ook wel de Del-Tike genoemd. Formeel ligt dit grondgebied in Tietsjerksteradiel. Net voorbij de inrit naar de gaslocatie, richting Eastermar, stond tot de jaren 1960 nog een boerderijtje, bewoond door de familie Tiekstra. Deze is destijdsafgebroken, waarschijnlijk vanwege ruilverkaveling?

Eerder werd al gesproken over de straat it Leech. Dit is tegelijkertijd ook de naam van de streek rondom de straat en de grote plas van de forelderij. Thv dit punt aan de andere kant van de Waldwei, daar waar de Tikewei vanuit Nijega eindigt, ligt namelijk een hoge zandrug waardoor betreffend gebied laag (in 't fries "Leech") afsteekt. (De Bruin, 1999)

Van Hei naar Wei
Een belangrijk aspect in de ontwikkeling van de Tike (uit zijn isolement) is de Kerk van Nijega en Master Inia. Master Inia was naast hoofdmeester van de school in de Nijega ook Kerkvoogd. In deze laatste functie heeft hij voor de Tike gezorgd voor een betere levensstandaard. Op zijn voorstel zijn in 1908 (dmv een lening van de kerk) 6 boerderijen en werd veel land aangekocht in en rond de Tike. Toch was Master Inia ook niet geheel onbesproken en in 1911 werd hij uit de vergadering van kerkvoorgden gezet.

Maar ook de kerk van Nijega op zichzelf is altijd een invloedrijk instituut geweest op de Tike en haar omgeving. In 1845 bezat zij namelijk veel landerijen, huizen, boerderijen en heide. de kerk leende geld aan de gemeente (Smallingerland) om wegen aan te leggen. De kerk was een ware onderneming en tot op de dag van vandaag zijn nog altijd huizen en land (~30% van de oppervlakte van de Tike) in het bezit van de kerk. (De Bruin, 1999) Het is dus niet vreemd dat mensen in deze contreien hun huur betalen aan de kerk.

Een van de projecten van Kerk van Nijega zijn de 3 'Pleatsen' aan de Master Iniawei. Deze werden ook wel ontginningsboerderijen genoemd omdat ze rond 1900 als idee van Master Inia zijn gesticht om het laatste stuk middeleeuwse heide van Friesland hier nabij de Tike te ontginnen. De meeste boerderijen van de kerk zijn in de jaren 1970 en 1980 verkocht omdat de kosten van onderhoud de gebouwen nauwelijks nog rendabel maakte. Door de verkoop komt vervolgens weer veel land aangekocht worden als pachtgrond.

De Tike heeft momenteel geen kerk, zoals eerder al werd besproken, maar er is wel gekerkt in een woonhuis, die wel degelijk "de kerk" werd genoemd. Zo bevond (tot 1890) de eerste kerk zich nabij de plek waar tegenwoordig Master de Jongwei 15 is. Toen dit gebouw werd afgebroken werd er verder gekerkt op het einde van de Susterwei (nabij de Hearrewei). (De Bruin, 1999)

De Dorpsfeesten zoals die in deze regio (De Walden) gevierd worden, zijn afkomstig van de jaarlijkse oogstfeesten die vroeger gevierd werden. Nadat tijdens de zomer hard gewerkt was op het land met het binnenhalen van de oogst, was het daarna tijd voor ontspanning. Deze traditie is dus nog altijd blijven bestaan en vrijwel nergens in Nederland is deze traditie zo sterk als in Friesland.

Het dorp heeft ook een dorpshuis, welke in de jaren 1930 is gebouwd. (De Bruin, 1999) Doordat het dorpsleven zeer fanatiek is, is dit dorpshuis vrijwel altijd bezet met activiteiten.